Reportage: Oekraïense vluchtelingen in Magadan
Overgenomen van De Morgen
OLAF KOENS 17-10-14 Bron: VK
De Russen brengen Oekraïense vluchtelingen onder in de meest afgelegen delen van hun land, 7.000 kilometer en acht tijdzones verderop. Ook daar is de oorlog nooit ver weg.
De kapstok is nog niet opgehangen. Er zijn geen spijkers. Aleksander Solovjov (29) legt uit dat hij nog even moet sparen. Volgende week komt zijn eerste salaris binnen. In roebels. "Dan kopen we een wasmachine", zegt hij.
Met zijn beide ouders en zijn vier jaar jongere broer Sergej is het improviseren geblazen. Stoelen zijn er niet. Het gezin zit op bed of op een gekantelde boekenkast. 'Wat maakt het uit. We leven, we zijn samen. De rest komt vanzelf", zegt Aleksander.
Het kan verkeren. Zo ben je barman in het bruisende nachtleven van de Oekraïense havenstad Odessa, zo werk je in de kippenslachterij in Magadan, Siberië, 7.000 kilometer en acht tijdzones verderop.
Op de vlucht voor raketten en granaatschervenHoe we leven: wat maakt het uit? We leven. We zijn samen. De rest komt vanzelf wel.
Het gezin Solovjov komt uit Sjachtjorsk, een van de brandhaarden in het oosten van Oekraïne. Toen de raketten overvlogen en de granaatscherven voor de deur gaten sloegen in het asfalt, kwam Aleksander zijn ouders ophalen.
"Die rebellen", zegt Lidija Solovjova. "Ze hielpen ons naar Donetsk te komen. We konden nog net op tijd vier tickets naar de Krim bemachtigen. Niet veel later werd het station gebombardeerd."
De jonge ambtenaar Jelena Jakoenina slaat een hand voor haar mond. "Ik krijg altijd kippenvel bij die verhalen", zegt ze. Ook zij zit bij de familie op het bed en luistert. Met de trein vertrok het gezin Solovjov richting de Krim, waar ze net als vele andere etnische Russen uit het oosten van Oekraïne asiel aanvroegen.
"Toen ze onze paspoorten in beslag namen voor de tickets was ik al bang dat we ergens naar toe zouden gaan waar geen treinen rijden." Een paar koffers en een handjevol kiezelstenen nam ze mee, meer niet. Pas op de luchthaven werd duidelijk dat de reis niet naar Moskou of Sint-Petersburg ging, maar naar een van de meest afgelegen gebieden in het uitgestrekte Rusland: Magadan.
Magadan: een stukje onherbergzaam Rusland
In het kantoor van het provinciebestuur waakt het portret van president Vladimir Poetin terwijl Jelena Jakoenina de laatste cijfers erop naloopt. "De vlucht waar deze familie op zat, heeft nog een tussenstop gemaakt in Jakoetsk, daar zijn 150 mensen uitgestapt, de rest is hier onder gebracht. In totaal zijn er in Magadan dertienhonderd Oekraïense vluchtelingen opgevangen, en dan hebben we het natuurlijk niet over de mensen die op eigen gelegenheid zijn gekomen."
Afgelopen zomer stond Jakoenina met de kaart van Rusland aan de Oekraïense grens. "De stad Magadan klinkt niet erg aantrekkelijk, en het is natuurlijk een moeilijk en onherbergzaam gebied. Maar er is werk genoeg. Zeker voor mijnbouwkundigen, artsen en onderwijzers." Bijna de helft van alle vluchtelingen heeft inmiddels werk gevonden.
Zelfs aan de andere kant van Rusland domineert de oorlog in Oekraïne de gesprekken op straat. Een man die gerookte vis verkoopt uit de achterklep van zijn auto vloekt en tiert naar een oudere vrouw. "Fascisten!", klinkt het. Ook hier. De vrouw loopt boos weg.
In de bioscoop praten jongeren bij popcorn over Poetin en Obama. "Het is de CIA die de oorlog daar begonnen is, ik heb het zelf op internet gezien", zegt een van hen.
Angst eist economische tol
Plaatselijke ondernemers merken dat het crisis is. Het zijn niet zo zeer de sancties, maar het is vooral het angstgevoel dat voor onrust zorgt. "Wat denk je, mensen kijken hier ook naar de televisie. Ze zien dat het oorlog is en houden de hand op de knip", vertelt een man die in ruiten en kozijnen handelt. "Ik ben 30 procent van mijn business kwijt."
Wat het bestuur betreft ligt de toekomst vooral in de goud- en oliewinning. Daar komen specialisten van pas. Gouverneur Vladimir Petsjoniy, zelf geboren in Oekraïne, legt uit dat de regio altijd in trek was in zijn geboorteland. "Mijnwerkers kwamen hier om geld te verdienen. Sommige vluchtelingen zijn hier eerder geweest. Onlangs stond er een oude man voor me die zo blij was hier te zijn dat hij gewoon weer aan het werk wilde, ondanks zijn pensioengerechtigde leeftijd."
Vrijwilligers vangen de vluchtelingen op, overheidsprogramma's zetten ze aan het werk. "We hebben zelfs een speciaal fonds voor mensen die zich bedenken en hier toch niet willen blijven. Geld om ergens anders naartoe te gaan hebben ze meestal niet, dan springen wij bij", legt Petsjoniy uit.
Een nieuwe 'thuis'
Het gezin Solovjov moet er niet aan denken. Amper een maand wonen ze in Magadan, maar vooral de twee zonen willen niet meer weg. Beide werken in de kippenslachterij, die juist nu aan het uitbreiden is. Het gehuurde appartement ligt een paar honderd meter van de rommelige kust van de zee van Ochotsk, pal aan de Grote Oceaan.
Moeder Lidija tilt een kwal op, haar zonen omhelzen haar in de vrieskou. De enige die ontbreekt is Rich, de rode kater van de familie die ze noodgedwongen hebben achtergelaten in Sjachtjorsk.
Thuis op de laptop kijkt het gezin weemoedig naar foto's en filmpjes van de kat. "We zijn een hoop nog niet gewend", zegt Lidija Sovoljova bij de thee. "Het geld, bijvoorbeeld, dat is echt anders tellen. En de kool hier is vreemd. Keihard. Die zal wel uit China komen." Dat is nog wennen. China is nu dichterbij dan Oekraïne.
OLAF KOENS 17-10-14 Bron: VK
De Russen brengen Oekraïense vluchtelingen onder in de meest afgelegen delen van hun land, 7.000 kilometer en acht tijdzones verderop. Ook daar is de oorlog nooit ver weg.
De kapstok is nog niet opgehangen. Er zijn geen spijkers. Aleksander Solovjov (29) legt uit dat hij nog even moet sparen. Volgende week komt zijn eerste salaris binnen. In roebels. "Dan kopen we een wasmachine", zegt hij.
Met zijn beide ouders en zijn vier jaar jongere broer Sergej is het improviseren geblazen. Stoelen zijn er niet. Het gezin zit op bed of op een gekantelde boekenkast. 'Wat maakt het uit. We leven, we zijn samen. De rest komt vanzelf", zegt Aleksander.
Het kan verkeren. Zo ben je barman in het bruisende nachtleven van de Oekraïense havenstad Odessa, zo werk je in de kippenslachterij in Magadan, Siberië, 7.000 kilometer en acht tijdzones verderop.
Op de vlucht voor raketten en granaatschervenHoe we leven: wat maakt het uit? We leven. We zijn samen. De rest komt vanzelf wel.
Het gezin Solovjov komt uit Sjachtjorsk, een van de brandhaarden in het oosten van Oekraïne. Toen de raketten overvlogen en de granaatscherven voor de deur gaten sloegen in het asfalt, kwam Aleksander zijn ouders ophalen.
"Die rebellen", zegt Lidija Solovjova. "Ze hielpen ons naar Donetsk te komen. We konden nog net op tijd vier tickets naar de Krim bemachtigen. Niet veel later werd het station gebombardeerd."
De jonge ambtenaar Jelena Jakoenina slaat een hand voor haar mond. "Ik krijg altijd kippenvel bij die verhalen", zegt ze. Ook zij zit bij de familie op het bed en luistert. Met de trein vertrok het gezin Solovjov richting de Krim, waar ze net als vele andere etnische Russen uit het oosten van Oekraïne asiel aanvroegen.
"Toen ze onze paspoorten in beslag namen voor de tickets was ik al bang dat we ergens naar toe zouden gaan waar geen treinen rijden." Een paar koffers en een handjevol kiezelstenen nam ze mee, meer niet. Pas op de luchthaven werd duidelijk dat de reis niet naar Moskou of Sint-Petersburg ging, maar naar een van de meest afgelegen gebieden in het uitgestrekte Rusland: Magadan.
Magadan: een stukje onherbergzaam Rusland
In het kantoor van het provinciebestuur waakt het portret van president Vladimir Poetin terwijl Jelena Jakoenina de laatste cijfers erop naloopt. "De vlucht waar deze familie op zat, heeft nog een tussenstop gemaakt in Jakoetsk, daar zijn 150 mensen uitgestapt, de rest is hier onder gebracht. In totaal zijn er in Magadan dertienhonderd Oekraïense vluchtelingen opgevangen, en dan hebben we het natuurlijk niet over de mensen die op eigen gelegenheid zijn gekomen."
Afgelopen zomer stond Jakoenina met de kaart van Rusland aan de Oekraïense grens. "De stad Magadan klinkt niet erg aantrekkelijk, en het is natuurlijk een moeilijk en onherbergzaam gebied. Maar er is werk genoeg. Zeker voor mijnbouwkundigen, artsen en onderwijzers." Bijna de helft van alle vluchtelingen heeft inmiddels werk gevonden.
Zelfs aan de andere kant van Rusland domineert de oorlog in Oekraïne de gesprekken op straat. Een man die gerookte vis verkoopt uit de achterklep van zijn auto vloekt en tiert naar een oudere vrouw. "Fascisten!", klinkt het. Ook hier. De vrouw loopt boos weg.
In de bioscoop praten jongeren bij popcorn over Poetin en Obama. "Het is de CIA die de oorlog daar begonnen is, ik heb het zelf op internet gezien", zegt een van hen.
Angst eist economische tol
Plaatselijke ondernemers merken dat het crisis is. Het zijn niet zo zeer de sancties, maar het is vooral het angstgevoel dat voor onrust zorgt. "Wat denk je, mensen kijken hier ook naar de televisie. Ze zien dat het oorlog is en houden de hand op de knip", vertelt een man die in ruiten en kozijnen handelt. "Ik ben 30 procent van mijn business kwijt."
Wat het bestuur betreft ligt de toekomst vooral in de goud- en oliewinning. Daar komen specialisten van pas. Gouverneur Vladimir Petsjoniy, zelf geboren in Oekraïne, legt uit dat de regio altijd in trek was in zijn geboorteland. "Mijnwerkers kwamen hier om geld te verdienen. Sommige vluchtelingen zijn hier eerder geweest. Onlangs stond er een oude man voor me die zo blij was hier te zijn dat hij gewoon weer aan het werk wilde, ondanks zijn pensioengerechtigde leeftijd."
Vrijwilligers vangen de vluchtelingen op, overheidsprogramma's zetten ze aan het werk. "We hebben zelfs een speciaal fonds voor mensen die zich bedenken en hier toch niet willen blijven. Geld om ergens anders naartoe te gaan hebben ze meestal niet, dan springen wij bij", legt Petsjoniy uit.
Een nieuwe 'thuis'
Het gezin Solovjov moet er niet aan denken. Amper een maand wonen ze in Magadan, maar vooral de twee zonen willen niet meer weg. Beide werken in de kippenslachterij, die juist nu aan het uitbreiden is. Het gehuurde appartement ligt een paar honderd meter van de rommelige kust van de zee van Ochotsk, pal aan de Grote Oceaan.
Moeder Lidija tilt een kwal op, haar zonen omhelzen haar in de vrieskou. De enige die ontbreekt is Rich, de rode kater van de familie die ze noodgedwongen hebben achtergelaten in Sjachtjorsk.
Thuis op de laptop kijkt het gezin weemoedig naar foto's en filmpjes van de kat. "We zijn een hoop nog niet gewend", zegt Lidija Sovoljova bij de thee. "Het geld, bijvoorbeeld, dat is echt anders tellen. En de kool hier is vreemd. Keihard. Die zal wel uit China komen." Dat is nog wennen. China is nu dichterbij dan Oekraïne.